In deze sectie komen de wijzigingen van thema Onze portemonnee aan bod.
0.4 Hogere kosten juridische zaken
Voorgaande jaren was het begrote bedrag ook niet toereikend. De inzet van de Functionaris Gegevensbescherming is een wettelijke verplichting, dus het is noodzakelijk dat de inzet gelijk blijft aan die van de afgelopen jaren. Verder bestaat een deel van deze kosten uit de inzet van een advocaat op complexe dossiers waarbij procesvertegenwoordiging door een advocaat verplicht is.
Daarnaast zijn er kosten voor de inzet van Daadkracht voor het publiceren van regelingen waarvoor tot nu toe nog geen bedrag is begroot. Ook dit zijn jaarlijks terugkerende kosten. Het te verwachten nadeel in 2025 is € 75.000. Dit betreft structurele kosten en zullen daarmee ook structureel opgehoogd moeten worden. Dit zal in BERAP 2026 I en Kadernota 2027 worden meegenomen.
Financieel effect: € 75.000 nadeel
0.4 Hogere kosten leaseauto's
Door de aanbesteding en de uitbreiding van het wagenpark in 2023 van 9 naar 13 auto's, de overgang naar elektrisch rijden en de inflatie zijn de leasekosten van het wagenpark aanzienlijk gestegen. Dit betreft structurele kosten en zullen daarmee ook structureel opgehoogd moeten worden dit zal in BERAP 2026 I en Kadernota 2027 worden meegenomen.
Financieel effect: € 37.000 nadeel
0.4 Voorziening verlofsparen 2025
Voor ambtenaren is het op basis van de CAO mogelijk uren te reserveren als spaarverlof. Met het spaarverlof kunnen ambtenaren sparen om eerder met pensioen te gaan of om bijvoorbeeld een sabbatical te nemen. De gemeente loopt hiermee tegen een financiële verplichting aan, omdat een ambtenaar geen werkzaamheden verricht in een bepaalde periode, maar wel doorbetaald wordt. Op grond van het BBV dient hiervoor een voorziening gevormd te worden, waardoor de kosten worden genomen in het jaar waar het recht op spaarverlof ontstaat. Niet alleen voor het daadwerkelijk gespaarde verlof dient een voorziening te worden gevormd, maar ook voor de uren die kunnen worden omgezet in spaarverlof. Om de voorziening op voldoende hoogte te brengen is in 2025 een extra bedrag nodig van afgerond € 105.000.
Financieel effect: € 105.000 nadeel
0.4 Medewerkers RVU (dekking vanuit reserve generatiepact)
In 2025 maken een aantal ambtenaren gebruik van de zogenaamde RVU regeling. RVU staat voor Regeling voor Vervroegde uittreding. De CAO biedt deze mogelijkheid waarbij aan diverse voorwaarden (o.a. dienstverband) moet worden voldaan. De kosten voor 2025 vallen naar verwachting € 20.000 hoger dan de verwachting ten tijde van BERAP 2025-I. Deze kosten kunnen worden gedekt uit de bestemmingsreserve Generatiepact, zodat per saldo de kosten budgettair neutraal zijn.
Financieel effect: € 20.000 budgettair neutraal
0.4 Verlenging inzetbaarheidscoach
In het kader van duurzame inzetbaarheid en meer control op verzuim, zijn we gestart met een pilot voor een inzetbaarheidscoach. De pilot laat positieve resultaten zien ten aanzien ziekteverzuimcijfer, aantal en kwaliteit verzuimcasussen. Ook de stakeholders zijn positief over de invulling van de rol van de inzetbaarheidscoach. Naast inzetbaarheid kan de coach ook meerwaarde op de gezondheid en de vitaliteit van de medewerkers hebben. Om te beoordelen of de inzetbaarheidscoach een meerwaarde heeft voor een structurele invulling, is een verlenging van de pilot nodig. We stellen voor om incidenteel hiervoor
€ 87.000 beschikbaar te stellen.
Financieel effect: € 87.000 nadeel
0.4 Preventief Medisch Onderzoek (PMO)
Uit de Arbowet en CAO blijkt dat Preventief Medisch Onderzoek verplicht is. Als werkgever vinden wij de inzetbaarheid, gezondheid en vitaliteit van de medewerkers erg belangrijk. We willen arbeid gerelateerde klachten eerder signaleren, voorkomen en medewerkers meer bewust maken van en inzicht geven in hun algemene gezondheid. We willen dan ook één keer per vier jaar een PMO aanbieden aan alle medewerkers. Na de eerste keer gaan we dit evalueren. De kosten bedragen € 43.000.
Financieel effect: € 43.000 nadeel
0.5 Rente
Bij de berekening van de verwachte rentelasten in de begroting 2025 zijn we uitgegaan van een financieringstekort. In de praktijk blijkt dat er sprake is van financieringsoverschot. Dit wordt veroorzaakt doordat nog geen grote uitgaven zijn gedaan voor grote investeringen, zoals de verbouwing van het gemeentehuis en een nieuwe basisschool in Nieuw-Buinen. Het afsluiten van een nieuwe lening in 2025 is hierdoor ook niet noodzakelijk. De rentelasten voor deze lening zijn wel geraamd in de begroting. Dit levert een voordeel op. Voor het financieringsoverschot ontvangen wij rente. Deze opbrengst is niet geraamd. Al met al geeft dit een verwacht rentevoordeel van € 575.000.
Financieel effect: € 575.000 voordeel
0.61 OZB
De opbrengst van de onroerende-zaakbelasting is naar verwachting € 120.000 hoger dan werd voorzien. Dit voordeel ontstaat door meer areaal, controles op leegstand niet woningen en doordat sommige objecten een hogere WOZ waarde hebben.
Financieel effect: € 120.000 voordeel
0.61 Uitvoeringskosten WOZ
Door minder inzet van externe taxatiebureau ’s zijn de uitvoeringskosten lager. Het te verwachten voordeel op deze kosten bedraagt € 50.000.
Financieel effect: € 50.000 voordeel
0.7 Mei- en septembercirculaire 2025
De uitkomsten van de septembercirculaire zijn verwerkt in de begroting 2025. Hieruit blijkt dat de uitkering uit het gemeentefonds ten opzichte van de in de Begroting 2025 opgenomen raming, € 3,9 miljoen hoger is. Dit is voor 2,3 miljoen het gevolg van de middelen die wij ontvangen voor extra taken, voor bestaande taken of compensatie van voorgaande jaren. Voorbeelden zijn de extra middelen voor de uitvoering van de Omgevingswet, de WSW en compensatie 2023-2024 voor Jeugd. Deze middelen voegen we toe aan de budgetten voor de Omgevingswet en de WSW (werkvoorzieningsschappen) en Jeugd. Het resterende voordelig resultaat van € 1,6 miljoen is ontstaan door de aanpassing van de omvang van het gemeentefonds en de aanpassing van verschillende maatstaven zoals het aantal inwoners.
Financieel effect: € 1.652.346 voordeel
0.7 Mei- en septembercirculaire 2025 Jeugdhulp
In de meicirculaire 2025 is er al extra € 584.000 beschikbaar gesteld voor Jeugd en in de septembercirculaire is er € 1.022.000 toegekend als compensatie van de incidentele tekorten 2023 en 2024. Met deze extra middelen vanuit het Gemeentefonds is het te verwachten tekort op Jeugd gedekt en daarmee budgetneutraal in 2025.
Financieel effect: € 1.606.046 voordeel
0.7 Verhoging decentralisatie- en integratieuitkeringen
Dit betreft de verhoging van de decentralisatie- en integratieuitkeringen. Een specificatie hiervan is gegeven in thema Onze portemonnee.
Financieel effect: € 353.819 budgettair neutraal
0.7 Uitkering participatie
Dit betreft de uitkering participatie. Een specificatie hiervan is gegeven in thema Onze portemonnee.
Financieel effect: € 202.408 budgettair neutraal
0.8 Afschrijving
In de begroting 2024/2025 zijn diverse grote investeringskredieten beschikbaar gesteld voor o.a. sporthal De Koel, verbouwing van het gemeentehuis en een nieuwe basisschool. De afschrijvingslasten zijn in werkelijkheid pas van toepassing in het jaar nadat de investering is afgerond/uitgevoerd. Dit geeft een voordeel op de afschrijvingen. We schatten dit voordeel in op € 700.000.
Financieel effect: € 700.000 voordeel
0.10 Dotatie bestemmingsreserve Hervormingsagenda Jeugd
Uit deze rapportage blijkt de kosten voor Jeugdzorg in 2025 met € 1,6 miljoen zijn gestegen ten opzichte van de begroting. Dit komt doordat de jeugd casuïstiek complexer is geworden. Hulpvragen passen niet altijd binnen het gecontracteerde zorgaanbod.
Het rijk heeft via de mei- en septembercirculaire 2025 onze gemeente compensatie voor de incidentele tekorten 2023 en 2024 jeugd verstrekt (€ 1,6 miljoen). Het is niet duidelijk of deze hogere kosten voor Jeugd ook structureel zijn. Ook is niet duidelijk of het rijk voor 2026 opnieuw compensatie voor de hogere kosten zal bieden. Daarnaast zijn ook de effecten van de Hervormingsagenda Jeugd niet helder. We zien dat de stelpost Indexatie voor de dotatie aan de bestemmingsreserve Jeugd ruim € 1,5 miljoen bedraagt. De post is bestemd voor indexaties voor begrotingsposten voor het jaar 2025. Na deze BERAP 2025 II komen we niet met nog meer voorstellen om posten te indexeren. De post indexatie kan dan ook vrijvallen voor het jaar 2025. Normaliter komt dan het saldo van deze post ten gunste van het rekeningresultaat (en uiteindelijk de VAR). We stellen voor in verband met de onzekerheid over de kosten van Jeugdzorg 2026 en 2027, de rijksbijdragen 2026 en 2027 en de effecten van de Hervormingsagenda, om € 1,5 miljoen te doteren aan de bestemmingsreserve Jeugd. Deze bestemmingsreserve heeft als doel om de kosten van Jeugdzorg te egaliseren. Indien blijkt voor 2026 en 2027 dat de kosten van Jeugdzorg hoger zijn dan geraamd, kan een beroep op deze bestemmingsreserve worden gedaan.
Financieel effect: € 1.500.000 nadeel
0.10 Onttrekking reserve generatiepact
In 2025 maken een aantal ambtenaren gebruik van de zogenaamde RVU regeling. RVU staat voor Regeling voor Vervroegde uittreding. De CAO biedt deze mogelijkheid waarbij aan diverse voorwaarden (o.a. dienstverband) moet worden voldaan. De kosten voor 2025 vallen naar verwachting € 20.000 hoger dan de verwachting ten tijde van BERAP 2025-I. Deze kosten kunnen worden gedekt uit de bestemmingsreserve Generatiepact, zodat per saldo de kosten budgettair neutraal zijn.
Financieel effect: € 20.000 budgettair neutraal
0.11 Aanpassing kapitaallasten agv activeringscriterium
De raad heeft besloten om activa met een waarde van minder dan € 25.000 vervroegd af te schrijven. Dit leidt tot lagere kapitaallasten. In een eerdere berekening gingen we ervan uit dat dit circa € 180.000 per jaar zou opleveren. Nu blijkt dat het gemiddeld over een langere termijn is uitgekomen op € 163.880. Dit is een gevolg van het hanteren van verschillende afschrijvingstermijnen en omslagpercentages. In 2025 komt dit uit op
€ 269.888. Het verschil met de geraamde € 180.000 bedraagt € 89.888 is en is een voordeel voor 2025.
Financieel effect: € 89.888 voordeel
